Het kost de oude schrijver geen moeite, het
schrijven niet, het gelukkig zijn niet.

Soms huilt hij ’s nachts omdat hij zijn vader
ziet en ze afspreken in zijn

favoriet café, overigens praten ze niet, hij
gelooft niet dat je in dromen praat.

Soms denkt hij aan zijn oude vrienden maar
ze zitten voor altijd in zijn

hoofd dus eenzaam is hij niet. En dat hij zelf
geen echte vader was of is, nu

ja, hij haalt dezelfde schouders op als bij het
mystieke dat hij uit zou stralen: zijn

vrouw zegt het. Het schrijven en vrouwen, dat
waren zijn grote liefdes

en deze heeft gewoon alle andere overtroffen.
Ik hoop dat hij het schrijven bedoelt.