Hij zal zeggen dat het gisteren was. Hij
heeft mij ontmoet halverwege.
Het tuinpad was vol van glijdende bladeren,
de takken daarboven waren zwart.
Ik droeg zijn tas en ook die kleur, eenmaal
binnen was het geel en wit en
warm vooral. Hij kan zich dat herinneren
en ook hoe hij dat vastlegde, voor
zijn oog de lens, aan zijn hand de beweging.
Tot later, denkt hij en zelfs
tot gauw. Het beeld laat hij bij haar achter.
Gisteren zag hij haar nog.
Geen reden vandaag opnieuw te komen. Zij
maait alvast het groene gras.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x