De allermooiste tekst stond niet hier maar
verlaten op een geluidsbandje van

nog geen minuut en in het bezit van de lief
die zo slecht lezen kan.

Daarin schreeuw ik bijna dat hij een enorme
lul is al doe ik het een beetje

vragend. We kunnen ons natuurlijk vergissen,
dacht ik zo. Het maakte in ieder geval

de rest overbodig. Aan zijn oren mankeerde
niets en u hoort mij niet

klagen over de afmeting van een bepaald
lichaamsdeel. Rauw

heeft hij mij liever dan in gestileerde vorm.
Dit is dus geen versje.

Nee dan zijn tekst, ‘dat wat verloren was weer
gevonden wordt’, en is.