Als zij alvast naar boven is en hij
gezegd heeft zo te komen, beiden
gerustgesteld door

het automatisme van deze handelingen,
kijkt hij nog even op zijn scherm. Daar
vindt hij haar, ze

kijkt ondeugend, geringschattend,
spottend misschien ook wel. Alsof ze
weet dat hij

stiekem haar status controleert. Betrapt
alsof hij de laatste kersenbonbon nam
en likte langs zijn lippen.

Liever wilde hij de hare. Hij stapelt
de vuile vaat, wil zich nuttig maken,
maakt extra schuim.

Zij roept van boven. Hij komt zo. Op
het afdruiprek het keurige servies. Alleen
daar glinsterend vocht.