“Ik heb in het openbaar zelden over Dylan gepraat, zelfs in geschriften heb ik me gedeisd gehouden. De reden hiervoor was tweeledig. Allereerst was er ergernis. Er waren (en zijn) veel te veel Dylan-door-to-door-salesmen aan het werk. Tv-babbelaars en andere fakes. Als je iemand zichzelf openlijk het brevet Dylan-kenner ziet opspelden, weet je één ding zeker: de teksten heeft hij in elk geval niet begrepen. Don’t follow leaders, watch the parking meters, weet je wel. Bovendien vreesde ik de intimiteit die ik altijd koesterde voor Dylan’s stem, te verliezen wanneer ik zou meeschreeuwen met de massa. Een fan is verwikkeld in een permanent gevecht. Hij wil zijn liefde afwisselend prediken en afschermen. En uiteindelijk wil hij uniek zijn, wat per definitie onmogelijk is, vandaar de waas van tragiek die altijd om hem heen hangt.”

Daan Heerma van Voss, uit: Het verborgen land van de Basement Tapes,
Volkskrant 4 november 2014