Bij een ramp van omvang spreekt men van
Willekeur, bij een prettige

Bijkomstigheid van toeval, zo ruilde ik een
Potje pruimenchutney tegen

Het kloeke boek waarin mijn onderwerp
Reeds stond, een droom

Tegen een muziekje, een kleur – mijn rokken
Roze opeens – met

Het papiertje van een cadeau, mijn aftocht onder
De bomen tegen

Zijn thuiskomst, onduidelijk nog is de grootte
Van het gebeuren:

In de pruimen stak ik kruidnagelen terwijl ik
De pit verwijderde