‘je hielp me in het weten’ zegt een eerste
Dichtregel van hetzelfde vers en ook

Dat is waar, op de plekken waar niemand
Anders komt, de

Lege vertrekken, de dode kamers, het spinrag
In de hoeken, komen zij

Met lange gebaren welwillend vegen, zingend
Ook, tot wederdienst bereid

Alsof het nooit anders was, zo vanzelfsprekend
En ook die gaten in mijn

Muren, met tandpasta toegestopt, de spijker
Tussen mijn tanden, zijn

Natuurlijke verschijnselen die lekker ruiken
Grapjes in de leer

Al komt de een nu met een hamer en de ander
Met het missend schilderij