Dat als de pijn weg trekt, het lijf weer
Vrij zich te strekken, hoekig nog

Vol van pijlpunten met gif, rauw nog
Maar met de zachte volheid

En de warme kuilen, dat als het verzet
Gebroken is, de gang in

Gedachten gemaakt, alleen door de witte
Kamers van en langs de witte

Jassen van, er zelfs vrede schuilt in al
Haar witheid, dat als

De stemmen weer doordringen zoals
Een hand op het warme voorhoofd

Dat dan mijn geluid een volgende morgen
Het versje is uit mijn jeugd

Een nieuwe morgen, een nieuwe dag
En iets hoe ik bij u komen mag