Op een veldbed middenin de kamer ligt hij
Uitgespreid, de kat volgt zijn beweging, hoopt
Op een blote teen, ikzelf
Doe reuze zachtjes, de ramen nog wit van
Gordijn en ochtend, ‘komijnekaas’ roept hij
Als ik een onderwerp vraag
Was het altijd maar zo simpel, daar slaapt
Iemand, daar roep ik en mijn moment van
Twijfel wordt terstond een
Daadkrachtig besluit, het is het broodbeleg
En niet anders, een wakker kind, de kat slaat
Toe, de delen worden blootgelegd
Nu nog uit mijn vormen de geur van vers
Brood, een gelig spoortje vet dat uitloopt
Tot in mijn schrijvende vingers
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x