De vrouwen in het toilet delen hun geheim
Het is zeven uur ’s avonds, ze tillen hun
Shirts hoog, ze trekken hun

Rits naar beneden, ze stropen hun huid, ze
Draaien hun ogen, ze voelen met gretige en
Warme hand, ze giechelen

De nietsvermoedende nieuwkomer vindt
Geen rij wachtenden maar een kluwen haar
Dat elkaar zachte duwtjes

Geeft in de richting van dat ene lege hokje
De deur hoeft niet meer op slot, de deur
Hoeft niet meer dicht

Jeetje, zegt de een, dit heeft nog nooit iemand
Van mij gezien, op de plek van haar borsten
Draagt ze twee halve

Kipfiletjes met tape, ze hebben geen vorm
En ruiken bedenkelijk maar het gezicht erboven
Glimt van trots