Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

koek

Was het zomer geweest, ik had opgerold
Onder de struiken gelegen, half onder de
Notenboom, hoog in de

Bloesems van het fruit, dubbel gevouwen
In de oranje-wit gestreepte zonnestoel, ook
Dan was ik bang

Geweest, witte strepen over mijn buik, een
Plotselinge val naar achteren, mijn mamma’s
Oog, de afdrukjes later

De rand van het dak hoger dan de hoogste
Boom, haar wapperend wasgoed warm van
Zon, koud haar hand

Mijn haar opzij geschoven met een speldje
En als troost een scheutje tia maria over
Het gezinspak ijs

Ik zie haar weer in de winter, onherstelbaar
En zo half, naar opzij gevallen, niet meer
Schuilend, zo laag bij de grond

 

 

« »