Geachte Muizenpoot,

Hoe gaat het met U, met mij goed. Wel is alles heel
vervelend, als ik voorover lig gebed in mijn gedachten

aan U en ben ik ook heel eenzaam

F. ten Harmsen van der Beek, uit:
Onduidelijke correspondentie en de nadelige gevolgen, in twee verzen