Het fietspad knerpt als ik eraan kom, ze
Zal de voordeur alvast opendoen, ze heeft
Taart in punten gesneden, voor

Zichzelf de smalste, ze zoent nooit als
Eerste, mijn vader zal een laatste zin lezen
En daarna pas opstaan

En de eerste vraag zal zijn ‘wat lees je’
Omdat zij dan nog scharrelt in de keuken
En hij weer zitten gaat

Er zal een boek zijn van schrijver A., een
Fictieve biografie over filmer W., het is
Een soort schelmenroman, zegt

Haar vader samenzweerderig, hij lacht
Haar foto ligt ondersteboven op het leer
Van de tafel, daarnaast de taart