Zou ik haar nog vinden, ik zou schrijven over
Haar kloppende hand, de denkbeeldige kruimels
Wegschuivend, mijn

Vinger in haar knuistje zoals bij een baby en
Dan wachten hoe sterk zij nog is, mij wegduwend
Eerst om dan

Later, terwijl zij mij aankijkt en lacht, mij vast
Te houden, niet om mij te behoeden voor dat losse
Leven dat ik leid, je weet wel

Zou ze zeggen, dat vrije, maar om zichzelf te
Ondersteunen omdat ze anders gewoon op haar
Billen zou gaan zitten

In de verse sneeuw op het pad rond haar erf, haar
Handen te klein om de hekken te sluiten en het vee
Tegen te houden