Bij het ‘wordt vervolgd’ giechelt mijn moeder
Terwijl u en ik wel weten dat het einde verhaal is

Een beetje zoals hopeloos zoekraken in een droom
En bij het opstaan nog huilen

Ik doe natuurlijk alsof, ik til haar onder haar armen
Op en zet haar op haar voeten

Dan gaat ze mij voor naar haar kamer, altijd eerst
Afslaand in de open kast, als tweede

Voelend aan de jasjes van pake aan de kapstok, dan
Als laatste aarzelend in haar deuropening

Terwijl in de droom mijn dochter mij via haar mobiel
De weg wijst, natuurlijk nadat

Ik een ontvoering op touw heb gezet, mijn mamma’s
Rollator opvoerend tot

Ongekende snelheid, zelf als dood achterblijvend
In de haarspeldbochten