Blijf, zegt hij en laat het laken
Liggen, elk vertrek is

De dood, ik hoef me alleen maar
Neer te

Vlijen, dan de deur daarachter
Wijd open de lente

Lucht, kijk, zegt hij, ruziënde
Zwanen, zojuist

Gepaard en nu strijdend om het
Wijfje, een leven lang

 

 

dit is de 1e van de 2 gedichten die ik te A. schreef, de eerste gedichten die ik ergens anders schreef dan in mijn werkkamer – met de hand dus niet zo synchroon als in de tekstverwerker