In dezelfde ruimte lijken ze meer op elkaar. Ze schuilen ook
bij elkaar voor de foto, dat scheelt, en ze lachen.

Ze rollen deeg uit en snijden vormen, leunend over tafels, hun
handen bezig, daarna hun monden. Ze proosten.

Ze lijken ook even oud en even lang, alsof ik ze terugkrijg van
een vakantie bij hun vader, ik besnuffel ze en

herken ze maar in de weken ertussen is er iets gebeurd waar ik
niet bij was. Steeds opnieuw wil ik ze aanraken.

Op de laatste foto ligt het eten op de vloer, de tafel overvol, de
warmte van de ovens die van het samenzijn, mijn

adem tegen het schermpje, een mouw die schoonpoetst, alle restjes
mogen mee naar huis. Ogen toegeknepen voor de smaak,

bewaar me het laatste hapje, het gisteren, de gelijkenis, zorgvuldig
als het deksel op de bakken, deel ons uit.