Het is als bij die collega met wie je jaren innig sprak maar die bij
een laatste ontmoeting een petje droeg met NIKE erop

en een spiegelende zonnebril en opeens een boot bezat met zo’n
hoge opbouw dat hij niet onder de bruggen door kon,

ook nu tuur je naar iemand die je bekend voorkomt maar uit welke
tijd dan, hij staat op de roltrap en komt langzaam naar

beneden, je hebt nog plek om je te verstoppen maar bent ook heel
nieuwsgierig en pas aan zijn hand voel je de warmte

en het ruwe en geeft er een naam aan of die keer dat je zwaaide en
nog eens zwaaide maar de afspraak achter je rug opdook

en je aan het schrikken maakte, wat blijft er over van herinneringen
en liefde en verlangen dan een licht gevoel van

mededogen, iets meer irritatie en een hardnekkig jong willen zijn,
je ontkent dat jij het bent, je was nooit eerder zo dichtbij.