Tegenover mij heeft ze opeens mijn ogen, de vorm half
toegeknepen, de aandacht onverminderd. Ze
legt haar koele handen met de uitgespreide vingers op
de mijne, de tafel tussen ons in is leeg. Dat laatste
komt zelden voor. Hoe dieper ik haar aankijk hoe meer
ik verdwijn in mezelf. Er zijn zoveel
vragen nog en als dit ons interview is en we niet meer tijd
hebben dan daar en in deze droom, moet ik het
haar zeggen. Hoe ik haar mis. Hoe ik denk dat ik haar ken.
Hoe ik weet dat ik haar ken. Er zit een foutje,
zegt ze nu, in een van je werken. Alsof ze me attent maakt
op een vlek halverwege, een knoopje overgeslagen.
Dat willen we niet, zegt ze. Wie is we, wil ik roepen maar
de tijd is alweer voorbij. Ze laat mijn handen los.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x