Losse handen, meent iemand, (kijk mamma kijk), een ander
ervaart iets van dreiging, een derde meent dat

de term refereert aan een Dylanlied (If dogs run free, why
don’t we) en een vierde is zo leuk mij te

herinneren aan het gebrek aan voorkeur voor dat beest. Daar
gaat het nu juist om hoewel het sterker is dan dat.

Heeft de een het over soberheid qua omslag, de ander ontdekt
nu pas het rustgevende van de opmaak. Zegt de een

iets over welk woord het vaakst, de ander denkt aan een jurkje
in die kleur. Een volgende voelt juist onrust,

een licht schuren, een bepaalde nonchalance ook. Een onbekende
uit trots en een verwantschap die niet eerder aan

de oppervlakte kwam terwijl hier het kledingstuk al wappert in
de deuropening en de muziek geregeld wordt.