Er is geen deadline, zeg ik altijd geruststellend terwijl ikzelf
boven het pak melk ruik of het niet bedorven is,

me in bochten wring om de broek te laten passen, voor de
wekker al opsta en nooit in de avonduren een

boodschap doe. Maak er een persoonlijk verhaal van, voeg
ik toe terwijl ikzelf liever alleen dat deel wat in

zeven regels van twee past en vervolgens niets uitleg, titels
niet voorlees en ontken wat men mij aandraagt.

Denk je aan de lezer, vraag ik en zie zelf een wolk voor me
als zwaluwen die samen het luchtruim zwart

maken en buk, groeide je op met poëzie, is ook een standaard
vraag terwijl ik dat kleine meisje zie dat

tegen de kachel aan en met poppen op schoot alleen maar
binnen wil blijven, haar neus in het boek.