Hij heeft het over de tijd nu en het schier onmogelijke, hoewel
schier? ‘Kier’ probeert hij, aan ‘zwier’ komt hij niet

terwijl ik alleen denk aan ‘hier’. Waarom dan voel ik hoe hij
tegen me aankruipt, me vasthoudt, het overal

warm is, het dekbed geluidjes maakt, ik struikel over schoenen,
riem, broek, tasje, boodschappen, als een held

uit een enge droom kom en in de ochtend een weinig ongemakkelijk
bloot achter dit scherm zit omdat ik toch moet schrijven?

Produceren heet dat want ik moet altijd nadenken van hem wat het
einddoel is en voor wie dat product, het gaat allang

niet meer om inhoud bij hem maar resultaat zodat hij een volgende
keer de boodschappen thuis kan laten. De status

van redder natuurlijk ook en ik rijm nog wat verder: nood, dood,
brood, maar ja, allemaal vreselijk bloot.