Bij alles dat we zien produceren we ongemerkt en ongewenst
meteen de kritiek. Niet dat we met rode pen

klaar zitten, het is een ingebouwd automatisme dat van pas komt
in een gesprek later, een handeling, een

aarzeling ook, een gedichtje soms of een lange monoloog in het
midden van de nacht. We sparen niets op,

vallen aan zonder weloverwogen strijdplan, de aanklacht wordt
puntsgewijs en ongevraagd en zonder nalezen

opgestuurd dan wel gewoon vergeten, er zijn altijd belangrijker
zaken. Toch is de conclusie, vaak na drie tellen al,

meestal juist. Slechte boeken lezen we uit, dat is dank voor de
genomen moeite, schokkerige beelden proberen

we recht te zetten zoals we teveel bloot bedekken met een stofje
dat nog voor handen was. En we kunnen nog rennen.