Met de huishoudschaar, te groot voor fijne klusjes, knipte ze de
bijdrage van mevrouw S. te A. uit en borg haar

in het plastic bakje van de recepten, naast de koektrommel. Zo af
en toe kwam ze haar tegen, ze kookte altijd

uit haar hoofd maar zocht soms opeens de ingrediënten voor haar
favoriet gerecht en las dan opnieuw de tekst.

Het blaadje leek steeds kleiner te worden, ze had misschien toch
een keer met vette vingers over het papier gestreken,

honger in haar hals. Na jaren kon ze de naam van de schrijver uit
het hoofd en ook de derde zin, te pas en te onpas

declameerde zij tegen niemand in het bijzonder. Gisteren vond ze
haar zelf en zag een gezicht bij die woorden. Blozend alsof

die boven de pannen gehangen had en nog wat roerde en meer dan
de helft van de inhoud al had opgesnoept.