Dat je daar was en niet ergens anders, een plek van eerder, iets
dat je zondermeer herkent, een baken onderweg,
jij reiziger. Dat achter het raam het licht brandt, schaduwen van
mij als bewoner, jij fluitend op straat, ik
in beweging. Dat bij binnenkomst de kachel aan is of het eten
warm en op tafel of mijn jurk al los en half
uit, de schoenen weggeschopt. Dat je koud voelt en ruikt naar
pas gemaaid gras of het boerenerf of
stookolie en je handen nog ruw van het werk en je niet eens je
jas helemaal dichtgeknoopt hebt. Dat je met
haast vertrokken bent. Dat je honger hebt en maar steeds meer
wilt en je mond zwijgt behalve proevend, likkend
aan, en grijnst, dat halve lachje, en dan je ogen ook en dat je ze
openhoudt zodat weer, elke keer, de kleur verandert als.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x