Zijn stem gaat gelijk op met die van de radio, zij kondigt iets
aan, hij raadt iets af maar de luisteraar weet niet

welk advies zij nemen moet, de klanken vermengen zich, er
piept een toon, hij neigt tot opleggen, zij tot

volume verhogen. Het is net als wanneer hij uit zichzelf gaat
schreeuwen, doet alsof de ander doof is of

in ieder geval behoorlijk dom, ze is te snel voor hem en ze
heeft nooit tijd en zelden belt ze zelf. En

genieten van een radio is er niet bij. Zijn drift komt door de
luidsprekers, ze zou hem in haar broekzak kunnen

doen en drie maal het dorp kunnen doorlopen en dan nog horen,
ze geeft op goed geluk antwoord, iets trilt in haar.

Als altijd is de stilte daarna overweldigend. Ze heeft iets gemist,
dat weet ze zeker maar straks belt hij weer.