De heer S. zegt dat hij normaal liever televisie kijkt maar dat
ik het heel aardig doe terwijl mevrouw de B.

meent dat het wel wat harder kan, ‘schreeuw het maar uit,
meissie’ en niet vanwege het portie leed dat

ik voor hen in leuke verhaaltjes vat maar omdat ze hartstikke
doof is. Ze schuift zelfs door tot naast mij zodat

mevrouw V. haar vaste plek kwijt is, de heer R. onthutst de
verkeerde hoek neemt, mevrouw Z. van de

weeromstuit naast mevrouw T. belandt die ze echt liever niet
ziet (zou ze aan de etenstafel zitten, ze kreeg geen

hap naar binnen) en de heer W. in de andere zaal plaatsneemt
waar dames verontwaardigd doorgaan met

punniken, breien en kletsen vooral. ‘Mevrouw de B.!’ willen
we roepen maar ja, dat hoort ze nu eenmaal niet.