Tegenover mij tikt een jongen traag en vele malen verschillende
punten van zijn lichaam aan, alsof hij een kruis slaat
met niet eerder gekende onderdelen, een lijf heeft dat hij eerst nu
bemerkt, een gebed dat alleen voor hem
geldt of een oefening in concentratie zodat alles dat hierna komt
eenvoudiger wordt of beloond met resultaat.
Pas daarna neemt hij een slok uit de beker koffie waarvan hij het
deksel al heeft weggegooid. Ik denk aan
springen op alleen de zwarte strepen van de zebra of hoe de eerste
koffie het lekkerst smaakte na de kerkgang,
vroeger en in hoeverre zijn buurvrouw niet hetzelfde doet: sjaaltje
knopend en weer los, haar achter het oor en weer
voorovervallend, herhalend wat het meest vertrouwd is en of het
niet beter zou zijn een hand te leggen op zijn knie.
John Zwart
20 mei 2019 — 09:28
veel herkenning in deze aflevering:
alleen de zwarte strepen van de zebra, was ooit: alleen de tegels met een glad oppervlak, of juist omgekeerd: alleen de ruwe.
het lokje haar dat weggestreken wordt en steeds weer naar voren valt,
zie ik telkens weer bij interviews op tv
dit weekend de dame die me vertelde dat ze in kenia de liefde van haar leven vond: een man 16 jaar jonger dan zij – en onderwijl de kruimels
van haar appeltaart bij de koffie telkens bijeen veegde met de vingers
en die dan verplaatste naar de andere kant van het tafelblad. ik keek
gefascineerd toe, maar weerhield mijzelf van die hand op haar knie
want bedacht ik ben 16 jaar ouder.
alja
20 mei 2019 — 16:36
als (in) een gedicht, john