Dit keer had de dichter een zusje die mijn hand hield terwijl
ik hem naar het vervolg vroeg, had hij nu werkelijk

meer succes en was het gelukt zijn werk over de grenzen te
verkopen, ik deed alsof ik van niets wist en

al zijn berichten niet gezien had, en hoe was zijn nieuwe etage
in de stad, terwijl zij maar kneep en kneep zodat

ook haar vragen werden gesteld maar ze schreef niet, zei ze,
ze paste slechts op hem. Ook hij nam mijn hand

en zo liepen we, het had niets te maken met mijzelf noch
met alles wat ik daarvoor bedacht had en

alleen de aflopende lengtes van onze lijven hielden een versje
in zich en toch werd ik wakker met

dat beeld van drie mensen die een kant opliepen in de stad
en elkaar voor wat dan ook behoedden.