In de droom troost ik door zijn hand te houden, bang als hij
is, het is hetzelfde als tegen de kussens aan liggen
en doen alsof een lief daar slaapt of liever wakker nog. De
angstige vriend in de nacht met wie ik
rennend over pleinen en door straten ga, met wie ik me schuil
houd en verkleed een andere keer de deur openzet,
die huilt en die mijn vingers over zijn wang voelt glijden of
mijn tong likkend, ben ikzelf, het bed is
immers leeg. Het doen alsof, zowel de reddende engel zijn
als de belaagde, zowel het gevaar als de
geruststelling, is een dubbelrol die ik slapend en helder een
volgende morgen, gewend ben. Hij bedankt
me, daar, vannacht, ik zwaai mijn benen over de rand en ren
een nieuwe dag in, de dreiging blijft.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x