De man tegenover me in de treincoupé zwaait met regelmaat
naar de mensen op het perron, houterig en soms
alleen met zijn wijsvinger groet hij een ieder die achterblijft
hoewel ik eerst meen dat er een bedroefd gezin
moet staan of een innig goede vriend. Hij knikt met zijn hoofd
zodra een volgend perron in zicht komt, het is
uitermate vriendelijk natuurlijk. Een meisje in een bloemetjesblouse
krijgt van de conducteur een compliment en voelt
zich heel ongemakkelijk na afloop. We worden allemaal vrolijk
van je, beweert hij, lente! De jongen daarnaast
informeert ondertussen naar haar liefdesleven en vraagt of ze
zou kiezen voor bloemen of chocolade. Wanneer,
zegt ze argwanend, en wat geef ik hem dan? Het is zomaar een
schermloze gebeurtenis met veel voorjaar in de lucht.
John Zwart
11 januari 2019 — 17:33
Ik dacht al, overal die bloeiende narcissus in de Amsterdamse perken, dat gaat behoorlijk uit de pas lopen.