Zet tien mannen in het tuintje hierachter en geef ze
een krat bier, een barbecue, open deuren,

hitsingles uit een vorige eeuw en sigaretten, of nee,
zet ze meteen in mijn huiskamer, na

een paar uurtjes brullen ze de teksten mee, steken
vuurwerk af, er zijn drie kratjes natuurlijk,

er is iemand jarig, er is altijd iemand jarig. Eentje
heeft er succes: dit huis, deze betegelde

binnenplaats, de scooter, een snoer lichtjes boven
zijn hoofd, negen vrienden. Ze sluiten

me in, scanderen leuzen, stinken vreselijk, proosten
opnieuw. Ik heb niemand uitgenodigd

maar dans een polonaise, draag een Hawaii slinger
boven mijn open hemd en boer.