‘Wat me wel interesseerde, was zijn uitgesproken voornemen om schrijver te worden Dat was namelijk ook mijn eigen voornemen sinds ik ontdekt had dat een specifieke levendigheid van geest en geslacht die me afwisselend vrolijk en somber stemde, in allerlei boeken ter sprake kwam als een volstrekt acceptabel en in sommige gevallen zelfs artistiek verschijnsel – een geaardheid die niet zelden gepaard ging met een meer dan gemiddeld talent.’

Yves Petry, uit: Liefde bij wijze van spreken