Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

met lege handen

Iets ijlt nog na, een boodschapper die de waren onderaan
de trap zet, een restje stem dat galmt, zanderige

voetstappen. Het hangt van de honger af of we naar onder
afdalen en de voorraad binnenhalen, het

is niet gratis. Zoiets misschien. Weten dat het er is maar
tegelijkertijd de aanbieding afslaan, bijna al

stijgt een lichte geur van verrotting naar boven, straks delen
we het op straat uit, een toeloop van mensen op

onze stoep, gretig. We hebben niets, was er geroepen, een
beest doet zich tegoed aan, het gesmak verspreidt

zich in de tuinen. We dalen af, hij houdt zijn hand op voor
een fooi, in plaats van geld krijgt hij een

high five, we grijnzen. Op elke traptree leggen we iets van
waarde, onbederfelijk, voor later, en zetten ons erbij.

« »