Lopend door het huis is alles opgenoemd, een inventaris
van de levende die met blikkerige stem in het
apparaat gestopt wordt, achter hem aan herhalen we de
route. Iets ruikt naar bederf, een oude zomer die
opgeruimd moet, er dansen vlekken op het tapijt. De leuning
van de trap hangt los. Zoals bij iedereen ligt
onder de nok van het dak het meest kostbare, tegen de
met paisley motief bespannen wanden staan
in rijen dik de kunstwerken, het lichtknopje bij de deur
zet hen allemaal in een eeuwige zon. Op
tafel een mapje voor iedereen, de kaart met naam maar
zonder datum steekt eruit. O mag ik een foto
waarop zijn haar nog zichtbaar, zijn wenkbrauwen nog
zwart en in boogjes opgetrokken, hij nog onder ons?
Elbert Gonggrijp
5 juli 2018 — 15:57
Moeilijk om direct een beeld te krijgen van het hoe en waarom terwijl je duidelijk veel aanwijzingen geeft…. Dan maar te gissen: je was in een soort museum van een dode jouw bekende kunstenaar? Tot zover ben ik gekomen…. Maar wel weer zeer beeldend beschreven zoals de loszittende leuning en het verlangen een foto te mogen bezitten van desbetreffende persoon toen deze nog jonger was…
Lieve groeten weer van mij xx