Soms zie ik je terug, een ruimte voorbij mij, een stoel
in de verte, ik moet mijn ogen dichtknijpen,
je bent twintig of zoiets, je haar is nog zwart en je hebt
als altijd hoofdpijn, je leunt tegen de zitting,
je hand aan de riem van je broek, de ander doelloos in
de vensterbank, zijn er ramen, kijk je
ooit deze kant op, ik zou zomaar naar je toe kunnen lopen,
ontdekken hoe oud ik ben, weten dat je
niet dezelfde bent, je missen, dierlijk missen en mezelf
daarbij, dan wend ik mijn hoofd af en leun
en zie in omgekeerde volgorde de stad tegemoet die jij
verlaat, er ligt een briefje op tafel, ik mag
gerust de hagelslag opmaken, nee geen hartje in de spiegel
en vergeet niet waarvoor je kwam.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x