De een loopt zonder te groeten de week in, slaat af bij
de dinsdagavond, de ander staat langdurig naast
me en pakt mijn hand en bedankt me. ‘Voordat ik jullie
leerde kennen’, begint de derde en opnieuw
ben ik een van hen, lees ik mezelf voor, hoor ik mijn
jeugd ontrafelen, mijn eerste werkervaring, het
hebben van kinderen, het alleen-zijn, deze stad. Kwam
ik ze niet allemaal tegen ooit? Aan het plein stond
zijn zaak, daarboven hing ik uit het raam en telde de
kramen, haar stoffen gingen door mijn
hand, zij nam de hoorn op en verbond mij door, hij zat
aan mijn bureau en wenste meer, het kind nog
holde terug om een vergeten boodschap. We aten spruitjes
gisteren en gaven elkaar de borden door.
(titel uit het gedicht van Atze van Wieren)
elbert gonggrijp
7 februari 2018 — 07:33
Mooi gedicht weer met die opeenstapeling van beelden. Goedemorgen Alja!
Lieve groet,
Elbert
wouter
7 februari 2018 — 08:36
Prachtig, vooral de ontnuchterende spuitjes aan het einde.