Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

in al die beweging

Mevrouw K. huilt tegenover mij. Vanuit haar enorm
en zachtroze lijf vloeit ze over zonder

geluid te maken. Ze wordt meisje genoemd en er komt
een ‘ach’ bij en ‘toch’, zo had ik wel

willen heten en getroost willen worden en zomaar willen
snikken om dat alles. Iedereen krijgt

uiteindelijk gelijk, ze zijn de laatsten van hun families en
nooit hadden ze gerekend op

de eenzaamheid hier en hoe niets er nog toe deed. Dat je
bijvoorbeeld de hele wereld over trok,

goed geld had gemaakt en een huis had gehad waarin je
tien auto’s kon stallen maar nu binnen

vierkante centimeters niet kon kiezen welk eten je wilde
en of je de heer K. heette of misschien Jan X.

« »