Goed, koffie, zegt hij en misschien voor een eerste
keer de trappen bestijgen die tussen ons in
staan, voor hem is dat een soort afdalen naar tussen
de kruinen van de bomen want zijn
verblijf is hemels en zwevend al, voor mij een soort
tegemoetkoming in zijn reis naar de
eeuwigheid, neem een jas mee voor de kou, o nee,
honey, daar doe ik juist alles uit, ik pel de
lagen waarmee ik me onthul, er is niets meer dat ik
verberg, heb ik ooit iets voor je verborgen,
je moet dit vertalen voor mij, ik proef nu alleen de
klank, proef jij nu nog maar, en zo
zou het gaan, hij is de oudste tenslotte, hij weet van
vliegen zonder te landen, ik heb het nakijken.
elbert gonggrijp
20 november 2017 — 14:31
De grote vraag is hier voor mij: ken de beschreven persoon? Want ik het vermoeden van wel… Onze grote vriend B.D.W… Maar ik kan het fout hebben. Als het zo is dan vind ik de omschrijving in het gedicht heel treffend en heb ik het goed getroffen….
Lieve groet,
Elbert
alja
20 november 2017 — 14:58
the one who calls me ‘honey’
elbert gonggrijp
20 november 2017 — 16:24
Dat zou ook onze grote vriend kunnen zijn toch, Alja?