“We zijn niet echt goede vrienden, ik ben niet goed genoeg in met mensen praten om echt bevriend met iemand te zijn, en bovendien heb ik tijd voor mezelf nodig, en dat merken mensen natuurlijk, zodat niemand die laatste stap zet en echt dichtbij komt. Als iemand het probeert, trek ik me meestal terug. Zo is je vader, een beetje mensenschuw, niet per se omdat ik dat wil, maar omdat het zo is gegroeid, en omdat het leven in mijn eentje achter het toetsenbord en scherm makkelijker is.
Of wil ik het misschien toch? Het is geen goede eigenschap, niet iets wat je graag ziet bij iemand, maar het zal deel uitmaken van je leven en ik denk dat ik het daarom opschrijf, als een soort apologie voor jou, wanneer je dit ooit leest. Want ik wil natuurlijk dat je goed over me denkt. En dat je goed over ons denkt, die zomer dat we het zo moeilijk hadden.”

Karl Ove Knausgård, uit: Om våren, vertaald door Marin Mars tot Lente.