De details uit zijn leven, nauwgezet beschreven als de rommel
in zijn huis, en dan toch nauwelijks nadenken over
de consequenties van zijn keuzes maar gewoon doen, omdat het
in leven zijn dat nu eenmaal vraagt, een
voortdurend overleven: het bloed in de pot doorspoelen terwijl
hij wel meteen denkt dood te zullen gaan, de
reis voortzettend met knipperend lichtje op het dashboard of
het laten slapen van de vrouw die niet meer
slaapt maar haar pillen in een keer nam, zoals het beschrijven
van het donker in het landschap en in elk licht dat
zwarte terug te zien, die verslaglegging die ik herken uit mijn
dagboeken; die rokende beelden terwijl hij elke
ochtend hoest en slijm spuugt, en eigenlijk voortdurend alleen
is te midden van, maken hem ongewild groter dan.
(Een van de belangrijkste schrijvers van deze eeuw, staat er, of
ook wel: de meest sexy man uit het Noorden.)
“Literatuur drukte toch niets anders uit dan een verder ontoegankelijke en in werkelijkheid niet-bestaande nabijheid?”
Karl Ove Knausgård, uit: Om våren, vertaald door Marin Mars tot Lente.
elbert gonggrijp
7 september 2017 — 07:13
Indrukwekkend, maar ook triest Alja…. Ik krijg de indruk dat jij je met deze persoon enigszins identificeert: aan de rand te staan van het gebeuren. Maar desalniettemin ben je door mij geliefd: als persoon, als dichter….
Groetjes,
Elbert
alja
7 september 2017 — 08:05
als schrijver geniet ik een – voor mij – bevoorrechte positie 🙂