Misschien is het niet om de waan van elke dag te bestrijden,
deze nauwgezette en herhaalde vorm van

delen, de zelfopgelegde afspraak die het verdere ritme van
mijn leven bepaalt. Misschien is het niet

dat wat van buiten naar binnen wil en dan in geordende
banen en behapbare porties maar veelal

de stroom van binnen naar buiten die in haar stuwkracht man
en muis laat vergaan. Niet uw waan kortom maar

de mijne. Niet uw chaos, huisvuil, gemiste kansen en spijt,
maar de mijne. Niet al uw halve vrouwen,

katten en pogingen tot winst, liefde en vertier, maar de mijne.
Niet uw moeder die nog wat zeggen wil door

een dode telefoonlijn maar de mijne, daarbij haar stem nog
even zacht. Niet de ander dus maar ikzelf.