Hij stond in een lege kerk en droeg voor zich, als het zwaard
uit een film, een tl buis vol licht. De linkerdeur
van het enorme gebouw was open en vanaf de straat zag ik
hem knikken. Ik had vaker langs hem gefietst,
stapte af en liep met de fiets naar binnen. Daar was hij opeens
de arts met wie ik jaren bevriend was, met
wie ik brak toen mijn pijn toegeschreven werd aan verdriet,
ik op de vloer gleed buiten bewustzijn. Ik was
weggegaan met de belofte nog wel eens langs te komen, daar
was ik dan. Daarna werd hij weer zichzelf, legde me
iets uit, verloor de conclusie, werd driftig, zwaaide met de
lichtstang, de kerk werd een kamer, zoveel
kleiner. Steeds dacht ik eraan hoe ik hem moest zeggen dat
het geloof verloren was, dat ik niet weer of
opnieuw terwijl ik voelde dat ik zou wachten tot hij me raakte
met zijn lichtpunt en verloste hoe dan ook.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x