Wij begrijpen dat het populair is op te ruimen en ons te ontdoen van allerlei onnodige ballast maar we zijn heus van onszelf al netjes en dwars als we zijn, willen we liever niet mee doen aan welk modeverschijnsel dan ook. Nu was het ook zo dat het eigenlijk begon met het bezoek van schilder D. die naast de kunst ook lievelingswoorden heeft als ‘loslaten’, daarbij een vol vertrouwen in alle gevolgen van dien. Zeiden we nog meer van ‘niettegenstaande’ en ‘nochtans’ te houden, schudde hij nog zijn hoofd, hield hij nog onze hand zodat wij ten langen leste toegaven niet te kunnen loslaten (heus, we wilden niets liever), we hadden geen schijn van kans. Niet veel later, op zoek naar treffende voorbeelden van D.’s schilderijen (we hadden nog een wandje over, zodoende) ontdekten wij in ons keurig bestand (geordend op gebeurtenis, activiteit en kleur maar tegengewerkt door krachten als het antidateerbeleid op de camera van ons lief, zelfstandigheid van het medium dat naar eigen inzicht combinaties maakt en ons ongeduld) een angstaanjagende witheid, een stilte die slecht wat geroezemoes op een achtergrond gaf, nulletjes tussen haakjes (0) achter mappen van eerder allooi en omvang, informatie op plekken waar eerder de kat alleen kwam, en een paniekerig korte rij familieleden uit de vorige eeuw. Wij susten onszelf en gingen iets anders doen, we hadden tenslotte geen kruimels tussen het toetsenbord, geen stekkers uit het stopcontact gehaald en onze relaties met systeembeheerders lagen te ver achter ons. Maar we zochten heus alleen maar iets voor die witte wand en de schilderijen van D. sloten ook zo mooi bij dat gedichtje van die ochtend, we zijn erg van helende constructies, dus we gingen terug naar het vorige scherm, telden opnieuw de nulletjes, keken naar onze prullenmand, spraken met de kat en hielden een wijs beraad met ons twee. Daarmee kwamen we nergens. We typten dus in ons klein schermpje ‘crisis’ en probeerden uit te leggen aan de een wat hij zou bespreken met de ander en we benadrukten onze paniekloze staat, we waren slechts een weinig bezorgd en het leek ons wel noodzakelijk snel te handelen. Daarvoor zijn we moeder geworden, om op momenten als deze geheel te kunnen leunen op verstandige, geduldige, lieve en bereidwillige kinderen die geheel onbaatzuchtig en vertrouwend op goede genen alle informatie verzamelen en er naar handelen. Dat eerste kunnen wij ook maar dat handelen is vaak verkeerd gebleken en we willen niet overhaast alles als persoonlijke aanval zien en het balkon opstuiven om de pc met aangehangen kabels en in de haast meegenomen potloden, agenda en leesbril drie hoog van het balkon te smijten.
Allengs kwam de eerste piep terug, het was bijna pauze op het werk en wij stoorden helemaal niet, waren wij nu al onze bestanden kwijt of alleen de schilderijen van D. (die zij overigens niet echt mooi vonden) en hadden wij in de prullenmand gekeken? Wij verdedigden ons niet, wij waren niet fout geweest (en ook niet in paniek) en het was heel wel mogelijk dat het apparaat geheel uit zichzelf totaal verkeerd bezig was geweest. De ander kwam na werktijd in ruil voor nog te halen boodschappen en zwetend van de zon buiten, achter ons bureau zitten, niet nadat hij eerder met melodieuze stem ingesproken had op ons mobiel dat ‘alles altijd goed kwam’. We speelden dat zeker drieëndertig keer af, toegegeven zeventien keer voor de kat die de stem herkende en op zoek ging naar het bijbehorend lijf maar niet reageerde toen dat eindelijk voor hem boog, en pinkten een traantje weg. Ze hadden echt de goede genen, die zonen van mij. Vervolgens mochten wij niets doen dan breiend de computer wakker houden (hetgeen geheel ten voordele van Sebastiaan, Boris of Piet komt) terwijl een Wondershare Recovery snorrend het gehele apparaat doorzocht om in de loop van de volgende ochtend met 82.183 files terug te komen, bijna allemaal van het grafische type en bij nadere studie ruimschoots voor tweederde ‘corrupted’ en bovendien geheel en al door de war geschud en van andere data en omschrijvingen voorzien en zelfs gelardeerd met afbeeldingen die wij echt nooit gezien dan wel gemaakt hebben. Vervolgens zijn wij de gehele dag (slechts onderbroken en afgeleid door een inspecteur van Bouw-en Woningtoezicht die op voorhand van de nieuwbouw hiernaast alvast ons gebouw op scheuren en trillingen keurt, een verkeerd patroontje in het dekentje van Balthazar, een opgewekt berichtje van ons overzees kind dat van geen crisis nog weet of het moet mijn naamsvoorkeur zijn ((alliteratie, hoezo?)) en vraagt naar het welbevinden van ons moederdagboeket, een kotsende kat die datzelfde zich afvroeg en een enorme trek in dingen die buitenshuis voorradig liggen maar niet hier drie hoog achter) bezig geweest door die 82.183 files te trekken met beleid en zorgvuldigheid en hier en daar wat rancune en recalcitrant gedrag (47.333 files). Wij zijn nu klaar. Er zijn ergere dingen. We begrijpen de les. We hebben ons hele leven en dat van alle geliefden, kunstenaars, katten, huizen, werelddelen en haar attributen aan ons voorbij zien trekken en bleven als een geoefend datatypiste alle cijfers verwerken daarbij fantaserend over meneer P., hoe het nu toch moet met de troep in de tuin, of de kat ons echt verstaat, welke beloning we mogen en hoe rustig we toch eigenlijk de hele tijd zijn gebleven. Echt.

 

 

P1140714

(de kunst van D. moet nog even wachten)