Soms zoeken wij in onze keurige archieven (hart,
hoofd) een regel die onverwacht en lang op een
namiddag binnen waait, ons

aankijkt en wacht, talmend en tergend, terwijl wij
node in de annalen bladeren, op zoek naar haar
passende omgeving, het verband,

de noodzaak, de lief waarbij, het spelend kind.
Dat wat wij dan vinden, struikelend over enorme
bouwsels, is altijd meer dan wij vermoedden.

Die ene regel staat natuurlijk net in het andere
jaar, we zijn van de herhaling en hardnekkigheid,
maar we vinden zoveel meer dan

dat: er is een smalle gang tussen haar werken die
uitkomt bij het lege weiland, de lucht erboven is
blauw, het water ruist. We nemen haar

onder onze armen. We leggen haar neer. Wind
die uitgeraasd nog wat met bladeren speelt. Een
kind dat na wat roepen binnen komt.

 

sommige dingen gaan inderdaad gewoon voorbij

zoals de bonte massa in het park langzaam oplost en verdwijnt
gelijk met de tros ballonnen die aan de hoek van het park verkocht worden
en die je – als je tuurt – één voor één nog terug kunt vinden

andere dingen niet

ik hou van je

uit een log van 29 april 2006, ‘voor een ongekroonde koning