Hij probeert zijn knie in beeld te krijgen, daalt
met koptelefoon af tot onder mijn gezichtsveld,
rijst weer en grijnst en stuurt dan maar

een menselijke doorsnede met pijltjes, nummers
en Latijnse termen. Daar zit het ongeveer, zegt
hij en dat de arts dacht dat hij te

snel gegroeid was. Achter mijn hoofd steken
twee vingers. De broer staat mij bij. Ook de kat
komt kijken. Daarmee is alles eigenlijk al

gezegd. Stiekem droom ik wel eens van bandeloos,
laveloos en trouweloos, harteloos en achteloos
en het vriendje van dertien jaar gelee.

Die wil dan altijd terstond iedereen in een heel
groot herenhuis herbergen en nog wat levends
maken dus word ik altijd wakker.

Glimlachend dat wel. De rest van de tijd breng
ik aaiend door, ik glijd over hun hoofdjes met
pijltjes, nummers en Spaanse termen.

 

20151210_113408a

werktafel, december 2015