‘Kunst’ zegt de kleinste, ‘is dat wat moeilijk
te maken is’. Hij heeft dan al samen met zijn
tweelingbroertje de totems in de tuin

onderzocht, de skateboarden met opdruk, de
losse onderdelen van de robot en wilt nu weten
wat er in huis aan kunst staat, het liefst

iets van die man van de totems. Daar hangt
zijn eerste schilderijtje in de keuken, een monster
in het toilet dat ‘glap’ zegt, een

skelet in loodblauwe lucht dat net nog leeft.
Daar staat ook Batman zonder cape, een poesje
van pluche dat sprekend lijkt op de

echte kat en zoekend naar een Batmobile vinden
ze nog meer. Een bezoek als dit is een verademing.
Uitgekeken duiken ze op de bank en zetten

haar in slaapstand. Boven hun hoofd hangt een
lamp. ‘Kijk’, zegt de ene, ‘nog meer kunst, deze
was het moeilijkste’.