Nieuwe bladeren vullen de leegte tussen
de huizen, roden stemmen

overeen met de rode dakpannen van de
overbuurman, donkergroene

de dakranden van daarnaast, het lichtgroen
gaat tussen hemel en sierspijl in.

Aan de voet is de aarde nog zo donker als
ikzelf. Mijn zwart veegt

haar randen bij elkaar. Hier en daar probeert
men het: een blauw druifje, een

witte narcis, een tijgerpoesje, een kreukelige
vrouw, kersttakken met

een rood besje boven gele kruislingse uitlopers,
paars kruid waarbinnen een kronkelend insect.