De aanraking is zelfs niet meer terloops. Hij
duwt even ter bevestiging

maar van wat. Iets heb ik goed gedaan. Iets
ging naar wens. We hebben

geen idee. De plek waartegen gloeit lang na.
Het is bijna zoals het vallen dat

ik deed. Langzaam helde ik, een voet bleef
achter, het lint van plant en

gras strikte zich. Keurig daalde alles onder
mij en toen ik zelf. Hij keek een

andere kant op, ik klopte mezelf af, controleerde
mijn delen, ging zitten, deed alsof

de zon mijn ogen deed sluiten, hernam dus
de pose. Iets deed ik fout.