Ik had eens een dekmantel voor mijn
praktijken, zo omschreef ik het atelier.

Daarbinnen waren alle ontmoetingen
mogelijk, hoge witte wanden zogen

energie en liefde op, spatten kunst en
kleur tot op de straten. Zelf

verschool ik mij, schrijvend in de kleinste
kamer van het huis of ook wel

achterin mijn mond. Mijn open deur had
een haakje waarmee de hele dag

vaststond, de koude lucht verdween bij
de laatste gast. Een wolkje adem

zonder tekst bleef boven mij hangen. Weer
had ik niets gedaan.